Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij gaven het geld wel gewogen in handen der [23]verzorgers van dat werk, die gesteld waren over het huis des HEEREN; en zij besteedden het uit aan de [24]timmerlieden en aan de bouwlieden, die het huis des HEEREN vermaakten; 23. Hebreeuws, doeners van dat werk. Alzo onder, hfdst.22 vs.5. Dat is, die als opzieners over dit werk des tempels gesteld waren. 24. Hebreeuws, werknemers des houts.